Toen in de winter van 1981-1982 de laatste 1000den buiten dienst gingen, bleek al gauw, dat het Spoorwegmuseum geen plaats had voor een exemplaar van deze fraaie locs. De STIBANS deed zijn naam eer aan en stelde alles in het werk, om toch een 1000 van de sloop te redden. Begin 1982 werd een geldinzamelingsactie op touw gezet en kon de benodigde 25.000 gulden worden opgehoest om een loc te verwerven.
De loc diende echter wel van de NS-sporen te verdwijnen en zo werd ruimte gevonden bij de bouwer van (een aantal) van deze locs, achter de Czaar Peterstraat op het Werkspoorterrein in Amsterdam. Alhier vonden tot 1986 regelmatig (conserverende) werkzaamheden plaats.
Aangezien per 31 augustus 1985 de spooraansluiting naar Stork door NS opgebroken zou worden moest de loc het Werkspoorterrein verlaten. Hulp kwam uit een wel zeer onverwachte hoek: de organisatoren van NS-150 realiseerden zich dat deze locomotief niet mocht ontbreken op de manifestatie in Utrecht. De loc ging op 14 december 1986 met behulp van loc 533 eerst naar de lijnwerkplaats Amsterdam Watergraafsmeer en vervolgens op 18 maart 1987 achter loc 2307 naar Roosendaal. Op 18 april 1989 ging de 1010 in gezelschap van stoomloc 3737 onder aanvoering van de 2210 naar de toenmalige Hoofdwerkplaats Tilburg en werd aldaar cosmetisch geconserveerd en opgeknapt. Op 16 juni 1989 werd de 1010 samen met de Mat.’36 II 252 door loc 1159 van Roosendaal naar Utrecht gesleept. Bij controle in ‘s-Hertogenbosch tijdens het transport bleek de STIBANS een echte 1000 bewaard te hebben; er werd een warmloper aan een van de drijfassen geconstateerd.
Na afloop van NS-150 bleek het Spoorwegmuseum inmiddels interesse (en ruimte) te hebben om de loc op te nemen. De loc ging via Roosendaal nog een keer naar Tilburg voor een opknapbeurt en is op 4 mei 1990 naar het Spoorwegmuseum overgebracht.
De loc bleef echter eigendom van de STIBANS en werd middels een bruikleencontract per 15 december 1990 afgestaan aan het Spoorwegmuseum. Op 19 september 2009 werd de loc in eigendom overdragen aan het Spoorwegmuseum.
Helaas behoort het rijvaardig restaureren van deze machine niet tot de mogelijkheden. De kosten hiervan zijn veel te hoog, verder zijn er niet voldoende historisch verantwoorde rijtuigen bewaard gebleven. Bovendien kost het rijden met een onderhoudsgevoelige loc als de 1010 en (gehuurde) rijtuigen zoveel geld dat dit waarschijnlijk nooit door de ritprijs gedekt kan worden.
In oktober 2003 is de loc nog tot in Den Dolder te zien geweest, dit alles had te maken met de verplaatsing in het spoorwegmuseum in verband met de verbouwing.
Voor meer info over de locserie 1000, zie de site van Walter Sparreboom.